Ik ben net 30 en nog single
Toch ben ik wel een lekker ding
Dus was er werk aan de winkel
Met name voor mijn vriendenkring
Want die burgerlijke rakkers
Halen alles uit de kast
Wat er enigszins nog los zit
Moet als de sodemieter vast
Het was een mooie zondagmiddag
Via een vriend een blinde date
Ik had behoefte aan gezelschap
En aan wat lekkers, dus wie weet
Daarom vertrok ik vol verwachting
Naar het Westerpaviljoen
Ik ben geen type voor verkrachting
Dus ik zou het netjes doen
Ik vroeg op voorhand aan mijn vriend
Is ze echt sexy? Is ze knap?
Hij zei: ze is wat jij verdient
Ze is bepaald geen slappe hap
Daarmee had hij geen woord gelogen
Hij wist dat ik best dik verdien
Maar om dat letterlijk te nemen
Dat is wat overdone misschien
Ik zat pas een minuut te wachten
En daar verscheen me toen een vrouw
Waar zelfs, al zou je hem betalen
Je hond niet eens mee paren wou
Een grijns vol ietwat scheve tanden
De ogen te dicht op elkaar
Goedkope ringen aan haar handen
En kleding van Max Havelaar
De eerste kleffe welkomstzoenen
Blijven plakken op mijn wang
Onopvallend weg gaan boenen
Gaat me niet lukken ben ik bang
Het zweet breekt uit in flinke sloten
De adem stokt me in de keel
Ik moet dit echt heel snel verkloten
Of een beroerte is mijn deel
Ze kijkt mij aan, of toch de asbak?
Ik lach wat terug, heel nonchalant
Ik vraag me af, waar zit de slurf
Van deze kamerolifant
En dan, mijn god, het kan ook praten
Piepend, knorrend, vol en luid
Komt de vraag: wat zijn je hobbies?
En ik schreeuw het bijna uit
Mijn blaas geeft op, ik laat het lopen
De warme golf brengt me weer bij
Nu rook de draak terdege onraad
Ik keek vermoed ik niet heel blij
Ze hield me volop in de gaten
En begon haar tweede zin
Ik vreesde lijf en ledematen
Sprong op en dook een taxi in
Mijn vriend die heeft zich rotgelachen
Ik was woest, maar ’t is gezakt
Dat komt omdat ik weken later
Zijn vrouw op Lowlands heb gepakt
U